‘Ik ga tevreden naar huis als iedereen plezier heeft gehad’
De Bobo Vakantiedagen zijn in de afgelopen jaren een begrip geworden binnen de sportkampen van Sportivun. Laagdrempelige activiteiten, waarbij peuters en kleuters samen met Bobo kennismaken met de wereld van sport en bewegen. Noortje – in het dagelijks leven ook werkzaam als docent lichamelijke opvoeding – is binnen Sportivun verantwoordelijk voor de ontwikkeling van alles wat er op kleutergebied plaatsvindt, zo ook de Bobo Vakantiedagen. Tijd om haar alles te vragen over dit bijzondere Bobo-avontuur.
Noortje, om met de deur in huis te vallen: wat vind jij zo leuk aan de Bobo Vakantiedagen?
“Dat kinderen enorm in een verhaal kunnen zitten. Ze gaan helemaal op in het verhaal van Bobo en daardoor wordt hun belevingswereld vergroot. Ik ga dan graag mee in die denkbeeldige wereld, waarin kinderen op zo’n moment leven.”
De Bobo Vakantiedagen zijn voor peuters en kleuters. Maakt het veel verschil hoe oud een deelnemer is?
“Er zitten absoluut verschillen tussen het begeleiden van peuters en kleuters. Sowieso wordt vaak verward welke kinderen nu in welke groep horen: peuters zijn twee tot drie jaar oud en kleuters vier tot zes. En de Bobo Vakantiedagen zijn toegankelijk vanaf drie jaar oud, omdat we het verschil in ontwikkeling tussen deelnemers van twee jaar en bijvoorbeeld zes jaar wel erg groot vinden.
Maar ons doel is kinderen zo jong mogelijk het plezier van actief zijn in groepsverband te laten ervaren. Hoe jonger je dat doorhebt, des te meer profijt je er op latere leeftijd van hebt. Hierin komt ook het verschil naar voren van het begeleiden van de jongste deelnemers en de wat ‘oudere’ deelnemers van de Bobo Vakantiedagen. De allerjongsten vinden het misschien nog moeilijk om in een rijtje te wachten om een activiteit te doen, waar kinderen van vijf of zes dat vaak al prima kunnen. Voor die jongere deelnemers draaien de Bobo Vakantiedagen – vanuit pedagogisch oogpunt – vooral om het kennismaken met de structuur van activiteiten en om het leren bewegen. Dat is ook voor ons als begeleiders de leuke uitdaging: ieder kind op zijn of haar eigen niveau benaderen en begeleiden. En voor deelnemers onderling merken we dat het ook een meerwaarde heeft dat de leeftijdsgrens drie tot en met zes jaar is, want de jongste kinderen trekken zich op aan de wat oudere kinderen en de oudere kinderen gaan mee in het enthousiasme en onbevangenheid van de jongste.”
Hoe ziet één Bobo Vakantiedag eruit?
“Een dag bestaat uit drie delen. ’s Ochtends starten we rustig op met het themaverhaal van die dag, zoals een sportdag van Bobo of het vieren van Bobo’s verjaardag. Vervolgens doen we allerlei activiteiten die te maken hebben met dat themaverhaal, waarbij we veel spelletjes doen met een educatief karakter (rekenen, taal, enzovoorts). Na de lunch is er een moment om vrij te spelen, puzzelen, dansen, kleuren of waar de deelnemers dan ook zin in hebben. En de dag sluiten we af met een Bobo-film, zodat iedereen kan bijkomen van de drukke dag. Daarna wordt iedereen opgehaald, om de volgende dag weer fris en fruitig een nieuw Bobo-avontuur te beleven!
In totaal duren de Bobo Vakantiedagen drie dagen, waarbij alle dagen van half negen tot drie zijn, zodat kinderen gewoon in hun schoolritme blijven. Dit betekent ook dat we op de woensdag altijd om twaalf uur al klaar zijn.”
En wat is jouw taak dan als coördinator of gymdocent tijdens de Bobo Vakantiedagen?
“Als coördinator is het mijn taak iedere dag zo goed, leuk en veilig mogelijk te laten verlopen. Daarbij begeleid ik alle gymdocenten en sportbegeleiders die meehelpen en activiteiten begeleiden tijdens de Bobo Vakantiedagen. En zelf sta ik ook in de zaal om de dagen te begeleiden. Daarnaast ben ik het aanspreekpunt voor ouders die met vragen zitten.”
Wanneer ga je tevreden naar huis?
“Ik ga tevreden naar huis als iedereen plezier heeft gehad! Een dag verloopt niet altijd zoals gepland, om wat voor reden dan ook. Dat is totaal niet erg als iedereen het alsnog heel erg naar zijn of haar zin heeft gehad. Soms vermaken kinderen zich bijvoorbeeld zó tijdens een activiteit, dat het zonde is door te gaan naar de volgende activiteit. Plezier hebben, op een educatieve manier, is het belangrijkste.”
Je noemt nu een aantal keer het educatieve aspect van de Bobo Vakantiedagen. Wat wil je precies bereiken op dat vlak, tijdens de dagen?
“De Bobo is een educatief kleutertijdschrift, waar kinderen – bewust of onbewust – bezig zijn met letters, kleuren, getallen en vormen. Die aspecten komen ook terug in de activiteiten van de Bobo Vakantiedagen. Denk aan levensgroot memory, getallen vinden die bij elkaar horen, terwijl je door de gymzaal rent of balanceren op een lange bank, waarbij je tegelijkertijd met vormen bezig bent. De mogelijkheden zijn eindeloos. We proberen dus onbewust, op een laagdrempelige, actieve manier, deelnemers ook op educatief vlak wat bij te leren.”
Heb je tot slot nog een mooie anekdote van de Bobo Vakantiedagen?
“Ik heb eens een activiteit begeleid, genaamd Stapstenen. Je legt een soort driehoeken op de grond en de bedoeling is via deze ‘stapstenen’ de overkant te bereiken. Deelnemers steken dan een denkbeeldige rivier over met bijvoorbeeld krokodillen erin. Een jongetje durfde de rivier alleen niet over te steken, omdat hij bang was voor de krokodillen. Ik had krokodillen van papier gemaakt die op de grond lagen, maar hij vond ze er te echt uitzien. Door hem gerust te stellen en de eerste keer samen met hem de rivier over te steken, zag hij dat de krokodillen niet echt waren en durfde hij het daarna zelf. Ik ben op zo’n moment enorm trots dat hij zijn angst overwint en op mij vertrouwt. Tegelijkertijd vind ik het prachtig om te zien hoe groot de belevingswereld van zo’n jonge jongen is.”
En helemaal tot slot: hoe ga jij – en gaan alle andere begeleiders – bij de Bobo Vakantiedagen om met de coronamaatregelen?
“Het lastige is natuurlijk dat de maatregelen geregeld veranderen, zeker als je kijkt naar verschillende vakantieperioden. We hopen dat het snel weer zoals vanouds wordt, maar tot die tijd houden we met enkele dingen rekening. Zo letten alle begeleiders op de hygiëne, zijn er duidelijke haal- en brengmomenten en treffen we nog allerlei andere voorzorgsmaatregelen. Een van de weinige dingen waar deelnemers daadwerkelijk iets van merken, is dat we ouders helaas niet kunnen uitnodigen om te blijven kijken aan het begin of einde van een dag. Zo hadden we voorheen een themadag, waar kinderen aan het einde van de dag een opvoering doen voor hun ouders. Dat is nu niet mogelijk. De grote vraag die verder boven eigenlijk alle sportkampen heeft gehangen, is of het mogelijk is om op binnenlocaties te werken. Die zijn op het moment van dit interview nog gesloten. En in zulke gevallen proberen we een representatief buitenprogramma op touw te zetten, mits het mooi weer is.”